Omschrijving van Geboorte van de Heilige Johannes de Doper

Het is interessant om eens te kijken naar de bouwomschrijving van ons kerkgebouw aan de hand van het document van Rijksmonumenten. In dit document worden bouwkundige termen gebruikt en veel van deze termen zijn terug te vinden op de site encyclopedie met onderwerpen uit architectuur, bouwkunde en andere bouwgerelateerde richtingen joostdevree.nl

In het document heb ik, om het makkelijk te maken, verschillende verklaringen al gelinkt naar deze site.

Inleiding

In 1923 werd door het parochiebestuur van de RK KERK 'Heilige Johannes de Doper' besloten een nieuwe kerk te laten bouwen, omdat de bestaande kerk uit 1861 te klein werd. Men wilde de nieuwe kerk op dezelfde plek laten bouwen. Architect W. te Riele, die wat kerkenbouw betreft al een omvangrijk oeuvre had opgebouwd, kreeg de opdracht. Hij ontwierp een driebeukige hallenkerk in neogtische stijl, waarbij het koor naar het oosten gericht is. Doordat de kerk groter moest zijn dan haar voorganger en de plek relatief klein was, moest Te Riele de kerk schuin op het plein zetten. Mede door haar omvang neemt de kerk een prominente plaats in het stadsbeeld in. De kerk kwam in 1925 gereed. Het interieur van de kerk is wat de aankleding betreft rijker gedecoreerd geweest dan tegenwoordig het geval is. De gewelven waren onder meer rijk beschilderd. Deze zijn even na 1960 wit overgeschilderd. De glas-in-lood ramen komen vermoedelijk uit het atelier van Joep Nicolaas sr. uit Roermond, waarmee Te Riele bij andere kerken ook mee samenwerkte. De uitbouw tegen de noordoostzijde van de kerk en de oude pastorie zijn voor de bescherming van ondergeschikt belang.

Omschrijving

In de noordwest hoek van de oude stad gelegen driebeukige hallenkerk is in baksteen opgetrokken onder met Hollandse pannen gedekte zadeldaken, schilddaken en spitsdaken. De dakschilden van het schip worden, ten behoeve van de lichtbeuk onderbroken door gemetselde topgevels onder steekkappen. De plattegrond van de kerk wordt gekenmerkt door een ruime opzet van het schip en zijschepen die dezelfde hoogte en lengte van drie traveeën hebben, waardoor een vierkante grondvorm is ontstaan. Aan de oostzijde sluit de kruising met korte zijschepen hierop aan. De kerk wordt aan de oostzijde afgesloten door een vijfzijdige koor en twee absidiolen. Het exterieur heeft massieve uit grauwe baksteen opgetrokken gevels, waarin voornamelijk spitsboogvensters met gemetselde stijlen en vorktracering zijn gezet. Onder de afzaat van de spitsboogvensters is een vrijwel rondlopende bloktandlijst gemetseld. De dakranden worden een fries zaag- en bloktandlijsten. Op de meeste hoeken van de bouwvolumes zijn éénmaal versneden overhoeks geplaatste steunberen gemetseld. Het westwerk wordt gevormd door een topgevel met entreepartij. Deze bestaat uit een getoogde dubbele deur die in een verdiept spitsboogvormige gevelvlak is gezet. Boven de ingang is een groot spitsboogvenster geplaatst met een brede gemetselde middenstijl eindigend in een vorktracering. Ter weerszijden van de ingang en het venster zijn in de gevel spitsboogvormige blindvensters gemetseld. Rechts, tegen de zijgevel van de topgevel is een traptoren onder steekkap gezet. De zijgevels zijn in totaal zes traveeën lang hebben een ritmische geleding van steunberen en lisenen, waartussen spitsboogvensters zijn geplaatst. Ter hoogte van de kruising bevindt zich het iets teruggelegen dwarsschip onder steekkap die aansluit op de toren. Tegen het dwarsschip is zowel aan de zuid- en noord zijde een absidiool onder zadeldak gezet, die aan de zuidzijde vrijwel geheel door de sacristie ingebouwd is. De sacristie telt één bouwlaag en heeft op de zuidoost hoek een zeskantige toren met een zeskantige spitsdak als bekroning. In de gevel zijn drie getraliede vensters gezet. Het koor wordt bekroond door een zadeldak, waarvan de nok lager is dan van het schip. De toren heeft een trapeziumvormige grondvorm en gaat boven de nok van het schip over in een zeskantige vorm, waarin aan elke zijde galmgaten zijn gemaakt. Elke hoekzijde is door een liseen benadrukt. De spits is met rode daktegels gedekt. Het interieur van de kerk kenmerkt zich door de consequente toepassing van schoon metselwerk (grauwe baksteen). Zware gemetselde pijlers gaan over in gemetselde, scheibogen en ribben. De ribben zijn op de kruispunten verrijkt met abstract siermetselwerk in gele en zwarte steen. De bepleisterde gewelven zijn thans wit gesausd. De gemetselde kruisribgewelven in het ondiepe priesterkoor ontspringen vanuit een natuurstenen kraagsteen. Langs de lichtbeuk van de absis loopt een triforium. De spitsboogvensters van het koor hebben glas-in-lood ramen. De vloer van de kerk is bedekt met tegels (steenrood, oranje, blauwgrijs en zwart) in een geometrisch patroon. Het zwartmarmeren hoogaltaar heeft een witte, neogotische opbouw die door een Christusbeeld met gespreide armen bekroond is. De houten kerkbanken en de biechtstoelen stammen eveneens uit de bouwperiode.

Waardering

De RK kerk 'Heilige Johannes de Doper' is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als karakteristiek voorbeeld van een hallenkerk in neogotische stijl uit het derde kwart van de 19de eeuw, ontworpen door W. te Riele. Als zodanig is de kerk, die zowel wat betreft ex- als interieur zich grotendeels in oorspronkelijke staat bevindt, van belang voor het oeuvre van architect W. te Riele. Tevens is de kerk van belang als uiting van de rooms-katholieke geloofsbelijdenis in die tijd en heeft ensemblewaarde als beeldbepalend element binnen de historische bebouwing van Montfoort.

Tags: kerkelijke gebouwen,kerk,kerk en kerkonderdeel,religieuze gebouwen

Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)

Geboorte van de Heilige Johannes de Doper in montfoort (utrecht) | Monument - Rijksmonumenten.nl